Speciaal Onderwijs als opmaat voor een geïntegreerd en gelukkig leven.

Nederland kent een ontwikkeld systeem voor speciaal onderwijs. Orthopedagogiek was en is één van de belangrijkste actoren; we kennen allemaal Bladergroen, Dumont, De Groot en Vliegenthart. Maar er hangen donderwolken boven het systeem en een aantal ervan zijn al losgebarsten.

Daarom over de Heerlijkheid van Orthopedagogiek en het Speciaal Onderwijs.

Het schoolcomplex ligt in het bos, buiten elke bebouwde kom. De leerlingen komen met busjes en de schoolbus. Ze zijn vaak vier jaar oud als ze voor het eerst de school binnenkomen en veertien of twintig als ze definitief afscheid nemen. De school heeft naast revalidatiefaciliteiten, een zwembad, een sportaccommodatie en een manege. Leerkrachten hebben een Post HBO opleiding ‘Lichamelijk Gehandicapten. De meeste leerlingen beschouwen de school als hun school, zoals ook kinderen op een reguliere school dat doen; ze leren er, maar ze zijn er ook thuis, vinden er vrienden voor het leven. Als ze de school verlaten weten ze wat ze waard zijn en kennen ze hun grenzen, belangrijk omdat ze allen ernstige beperkingen hebben. Op de verschillende reünies blijkt dat deze gehandicapte leerlingen hun weg in de maatschappij gevonden hebben, er zijn er met goede banen, anderen doen vrijwilligerswerk als ze daar toe in staat zijn, ze hebben relaties, een gezin. Een aantal werkt hard aan de bevordering van de integratie van de eigen groep; Dick Cochius wordt daarmee de winnaar van de Theo Zwetsloot Award 2007. Wilfred Hennink is bekend van de Paralympics, hij coacht nu het G-voetbalteam in Wageningen.

Voor dat de leerling aangenomen wordt, komt er naast andere onderzoeken een orthopedagogisch onderzoek. Na twee jaar herhaalt de orthopedagoog het onderzoek. Het is een basisstuk waarop het leerproces en de sociaalcommunicatieve ontwikkeling mede geënt worden. Vanaf groep 1 komen zo bijvoorbeeld de taal/lees- en rekenvoorwaarden als een geïntegreerd onderdeel van het ontwikkelingsprogramma aan bod. Daarmee voorkomen we faalervaringen, die kunnen leiden tot stagnatie in de persoonlijkheidsontwikkeling en tot reactieve gedragsproblemen op school en thuis.

Er zijn ook kinderen die op latere leeftijd op school komen. Bij deze leerlingen hebben we veelal te maken met relatieve leerachterstanden, faalangst, motivatieproblemen en gedragsproblematiek omdat de reguliere school onvoldoende in staat was het leerproces aan te passen aan de behoefte van de leerling.

De Verenigde Naties nemen in de jaren zeventig van de vorige eeuw declaraties aan waarmee aandacht wordt gevraagd voor de rechten van mensen met een handicap. Voor onderwijs wordt in 1993 eerst het recht op integratie afgedwongen, daarna in 2009 het recht op inclusie. Erkend wordt dat ‘dit uitgangspunt om een alomvattende onderwijsstrategie vraagt, om een nieuw sociaal en economisch beleid.’ In 2016 heeft Nederland het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap (IVRPH) geratificeerd. Het VN-verdrag is nu dus van kracht in Nederland en is ook van toepassing op ons onderwijs.

De Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind stelt in 2016: ‘Kinderen met en zonder beperking moeten naar een school kunnen van hun keuze, in de buurt, een school die weet in te spelen op wat elk kind nodig heeft om zich te kunnen ontwikkelen. We vechten waar nodig schendingen van het recht op inclusie aan bij de rechter.’

Het recht op inclusie en een school die weet in te spelen op welk elk kind nodig heeft? Bij de introductie van Passend Onderwijs heeft de staat erkend dat ‘de vakbekwaamheid van docenten onvoldoende is om aan elke ondersteuningsbehoefte te voldoen.’ De grote vraag is natuurlijk of alle expertise in de verschillende vormen van speciaal onderwijs overgedragen kan worden naar het regulier onderwijs, daarnaast of elke school alle faciliteiten die nodig zijn om dit ideaal te verwezenlijken kan aanschaffen, of de klassengrootte op een daarvoor noodzakelijk niveau kan worden teruggebracht én of leerlingen wel enigszins kunnen meedoen en meekomen. M.i. is het een onbezonnen en onbegaanbare en dus heilloze weg.

In 1996 zet Nederland met het ‘Weer samen naar Schoolproject ‘ een eerste stap in de richting van inclusief onderwijs. Leerlingen van vooral de scholen voor Leer- en Opvoedingsmoeilijkheden (LOM) gaan weer ‘Samen naar School’. De stap wordt niet alleen gezet vanuit ideële motieven maar ook en misschien vooral vanuit bezuinigingsoverwegingen. Het blijkt dat veel van deze kinderen vervolgens vastlopen en met ernstige gedragsproblemen op Cluster 4 scholen terechtkomen, waar ze eerder na de basisschool veelal naar het reguliere voorgezet onderwijs konden.

In 2013 gaat ‘Passend onderwijs’ van start. Een van de belangrijke zaken die veranderd moet worden is de indicatiestelling voor het vaststellen van de zorgbehoefte van leerlingen met ernstige gedragsproblematiek. De kritiek erop wordt door het orthopedagogische rapport: ‘Toename leerlingen met gedragsproblemen in primair en voortgezet onderwijs,een Nederlands-Vlaamse vergelijking’ (2006), als volgt omschreven: ‘De extra zorg werd toegekend wanneer de problematiek voldoet aan een DSM -1V categorie… Hiermee wordt diagnostiek verengd tot classificeren,… terwijl de classificerende diagnostiek (als zodanig)… een hachelijke onderneming is,… de verklaringsanalyse overgeslagen…. en reikt men geen handelingsalternatieven aan…

Het rapport geeft als aanbeveling voor de indicatiestelling: ‘Laat de indicatiestelling tot haar recht komen als sluitstuk van de diagnostische cyclus en scharniermoment in de klinische cyclus door ze te laten voorafgaan door een verklaringsanalyse waarin specifieke belemmerende en bevorderende factoren worden geëxpliciteerd, door ze niet louter op kindkenmerken te baseren maar ook op een analyse van de onderwijsbeperkingen, de schoolresultaten, de handelingsverlegenheid en de balans tussen draaglast en –kracht in een school, en door haar effect tijdig te evalueren. Laat deze indicatiestelling uitvoeren door diagnostische centra die dicht staan bij de school van het kind, zodat ook de school- en regionale zorgcontext in rekening kunnen worden gebracht.’

Wat is hier tot nu toe van terechtgekomen?

In het rapport ‘Speciaal Onderwijs aan het Woord’ (2015), wordt een onderzoek gepresenteerd naar ‘De betekenis van Passend Onderwijs voor het Speciaal Onderwijs.’

Naar voren komt dat elk Samenwerkingsverband andere regels en formulieren voor aanmelding en indicatie hanteert. Verder dat door bezuinigingenmaatregelen docenten en klassenassistenten ontslagen zijn waardoor de groepsgrootte onaanvaardbaar hoog is geworden. Dit terwijl de problematiek complexer en meer divers is geworden omdat leerlingen met een lichtere zorgbehoefte in het regulier onderwijs blijven en leerlingen zo laat aangemeld worden dat de gedragsproblemen ook in het Speciale onderwijs niet meer hanteerbaar zijn. Op 18 jarige leeftijd verlaten ze de school en verdwijnen ze uit beeld omdat er geen begeleiding is geregeld en ze in de Wajong of de bijstand belanden. De toegang tot de dagbesteding en sociale werkplaatsen is afgeschaft of bemoeilijkt. En er zijn nauwelijks banen voor deze specifieke groep leerlingen. In Cluster 3 scholen spelen vergelijkbare problemen. Zo luidde de Maartenskliniek onlangs de noodklok. Tegelijkertijd is in het Regulier Onderwijs bezuinigd op o.a. klassenassistenten, conciërges en remedial teachers. Groepsgrootte en in elke groep gemiddeld 6 zorgleerlingen plus bijbehorende bureaucratie leiden tot grote werkdruk.

Conclusie

Speciaal Onderwijs en Orthopedagogiek kennen een lange geschiedenis en beschikken over een rijke expertise, men kan met recht spreken van ‘de Heerlijkheid van de Orthopedagogiek’. Mensen met een beperking die hun jeugd hebben doorgebracht in het Speciaal Onderwijs op basis van goed onderzoek en een juiste handelingsstrategie hebben daar hun hele leven profijt van. Zij staan niet met de rug naar de samenleving maar er middenin, mits de samenleving ze daarvoor de nodige middelen aanreikt. Een kind heeft niet recht op een school in de buurt, maar op goed onderwijs.

Literatuur

https://d1l066c6yi5btx.cloudfront.net/nsgk/docs/eab3c2ae-5a9c-4cba-b91d-c38e11813d09.pdf
https://www.nro.nl/wp-content/uploads/2014/12/Toename-leerlingen-met-gedragsproblemen.pdf
https://www.sp.nl/sites/default/files/speciaal-onderwijs-aan-het-woord.pdf


Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 56 (2017) 603-605
Te bestellen via: Uitgeverij Instondo bv
Binnen Kalkhaven 263
3311 JC  Dordrecht
Email: info@instondo.nl
In te zien in bibliotheken van hogescholen en universiteiten